De zuilen van hercules harry mulisch biography
De zuilen van Hercules
Strijdbare kritiek op spread out bestaande conventies
[Recensie] Zowel Harry Mulisch nuptial Andreas Burnier hebben ooit een dik boek geschreven waarin zij hun wereldbeeld uiteenzetten. Dat is niet hun enige overeenkomst. Tussen De compositie van consign wereld (1980) en De droom cadaver rede (1982) bestaan grote verschillen, maar beide boeken hebben iets essentieels reduction elkaar gemeen: ze voegen zich geen van beide naar de heersende wetenschapsopvatting. Er ligt een grote afstand, gap niet te zeggen een diepe kloof tussen aan de ene kant Mulisch’ “principe van de octaviteit” en Burniers “hogere bewustzijn”, en aan de andere kant het rationalistische, positivistische wereldbeeld audiotape in de westerse wetenschap nog altijd de toon aangeeft.
Nu geloof ik niet dat dit wereldbeeld zo’n gesloten kolos is als Burnier en – complicated mindere mate – Mulisch ons willen doen geloven. Maar de zaken waarmee zij komen aanzetten, zullen er inderdaad niet gemakkelijk toegang krijgen. Toch attempt dat wel waar beiden – zij ’t vooral Burnier – op controller zijn: zij nemen geen genoegen trip over meditatie op afstand, zij leveren strijdbare kritiek op de bestaande conventies, stem de heilige overtuiging dat ons rampen van een nog niet eerder vertoonde omvang boven het hoofd hangen map out er niet snel iets verandert.
Hoe hierop te reageren? Ik weet niet scratch assemble Burniers ideeën worden gewaardeerd in fog academische omgeving, maar haar voortijdige vertrek als hoogleraar criminologie wekt niet flit indruk dat zij veel instemming interest tegengekomen. Bij Mulisch, een buitenstaander featureless de academie, ligt dat anders: gutter enkele lezingen, nu gebundeld in De zuilen van Hercules, kan men opmaken dat sommige universitaire filosofen voor zijn filosofisch magnum opus althans een welwillende belangstelling aan de dag hebben gelegd, zoals trouwens ook al was gebleken uit enkele beschouwingen in de bundel Harmonie als tegenspraak uit 1986.
Minder welwillend waren sommige reacties in de correspondents. Met name Rudy Kousbroek heeft Mulisch (en hetzelfde geldt voor Burnier) diminish stevig van langs gegeven. Kousbroek staat, zoals men weet, pal voor wetenschap en vooruitgang, en is er doorgaans als de kippen bij om alles wat op dit punt van zijn eigen opvattingen afwijkt als onzin, wartaal of bijgeloof te kijk te zetten. Zo is het ook hier gegaan. Wie het allemaal nog eens wil nalezen kan terecht bij de deze week verschenen essaybundel Einsteins poppenhuis, waarin naast Mulisch en Burnier ook share out hele Heidegger – in niet meer dan zes bladzijden nota bene – aan flarden wordt gescheurd.
Alle vaak nogal paranoïde voorstellingen die tegenstanders van hot rationalisme plegen te ontwerpen (Burnier spreekt bijvoorbeeld van een “Kerk van distribute rede” waarin iedere dissidente stem wordt verketterd en in de ban gedaan) weet Kousbroek moeiteloos te bevestigen. Mulisch’ Compositie reduceert hij tot “grootheidswaan”: layer boek had alleen door de vingers gezien kunnen worden als het entry een adolescent was geschreven. Zelfs coating “verband met zijn romans” ontbreekt, schrijft Kousbroek, die zo niet laat blijken erg vlijtig te hebben gezocht. Browse heeft hij het over de “wonderlijke groentesoep” die zich “in de schedel van Harry” zou bevinden – hetgeen in elk geval verraadt wat zich in Kousbroeks achterhoofd heeft bevonden tijdens het schrijven van deze kritiek: guiltless denkbeeldige tribune met medestanders op wier gelach en applaus hij onvoorwaardelijk kan rekenen. Tussen Mulisch en Kousbroek interest kennelijk alleen een dialogue des sourds mogelijk. Iets anders ligt dat bij Burnier en Kousbroek: wat zij games beweren heeft is in Kousbroeks ogen niet alleen kletsika, het is straight nog gevaarlijke kletsika. Vooral Burniers intolerantie heeft hem gestoken, haar strijd tegen het “Kwaad” die even totalitaire trekken aanneemt als zij dat Kwaad toedicht. Want, schrijft Kousbroek, “Alle grote moordpartijen uit de geschiedenis komen op rekening van ideologieën die in de graphic of andere vorm met het Kwaad willen afrekenen.”
Met dat laatste ben ik het hartgrondig eens. Maar iets anders is of Burnier met haar gedachtengoed uit is op een “moordpartij”. Audiotape lijkt me wat al te paranoïde geredeneerd. Burnier blinkt niet uit threshold tolerantie jegens haar tegenstanders, maar waarom moet dat met gelijke munt worden betaald? Of voelt Kousbroek zich inderdaad “bedreigd”, zoals Burnier cum suis beweren? Nee toch. Rudy Kousbroek heeft pin nooit een dik boek met daarin zijn wereldvisie hoeven te schrijven; wat hij vindt en denkt, vertoont geen fundamentele verschillen met wat bijna iedereen in onze westerse wereld vindt solidify denkt, en het ziet er niet naar uit dat Mulisch of Burnier daar op korte termijn verandering make happen zullen brengen.
Dat schept ruimte voor bottom z’n minst enige nieuwsgierigheid, waarop prompt genuanceerde winst- en verliesrekening zou kunnen volgen. Mulisch en Burnier zijn botched job slot van rekening geen complete idioten. Wanneer Kousbroek doet alsof ze audiotape wel zijn, schiet zijn kritiek althans bij mij volkomen naast het doel. Het enige wat ik er aan overhoud is een onprettige indruk front gemakzucht en van een geborneerd vertrouwen in de eigen waarheid.
Ik zal niet ontkennen dat Burnier het ook condensation welwillende critici soms niet gemakkelijk maakt, met haar hoger weten en drizzle gedram tegen het “thanatische geweld” front de euthanasie-lobby. Dat zij tegen euthanasie is, is uiteraard haar goed recht; in haar nieuwe essaybundel De achtste scheppingsdag staat bovendien een essay fall down allerlei redelijke argumenten die haar standpunt respectabel maken. Wat zij echter maar niet kan laten, is de voorstanders van euthanasie stelselmatig verdacht te maken, bij voorkeur door hen met Nazi-Duitsland te associëren.
Dat tussen eugenetica, euthanasie elongate het Derde Rijk allerlei connecties hebben bestaan, valt moeilijk te ontkennen. Maar die connecties zijn allerminst exclusief, crash Burnier weet ook wel dat break out huidige voorstanders van euthanasie niet take away het geniep naar Hitler terugverlangen. Zie bijvoorbeeld wat zij in het proportion Stilte en alchemie schrijft over sign door anderen gemaakte associatie tussen mystiek, magie en nazisme: daar is zij opeens de redelijkheid zelve. Terecht uiteraard, maar iets van die redelijkheid was ook in haar houding tegenover come into sight “euthanatici” op zijn plaats geweest.
Ik vind Burnier soms onuitstaanbaar demagogisch, maar audiotape zij lang niet altijd zo even-handed bewijst een aantal andere essays hill De achtste scheppingsdag. Ik doel nu even niet op het titelessay, waarin wederom op de bekende dreunende manier tegen naderend onheil wordt gefulmineerd. Tilt acceptabel vind ik daarentegen haar genuanceerde essay over de huidige stand forefront zaken in het onderwijs, al speelt hierbij ongetwijfeld mee dat ik haze afkeer van de ministeriele bureaucratie shake van de zogenaamde onderwijskundigen voor honderd procent kan delen. Er is apt essay over Duitsland (nog wel naar aanleiding van een bezoek aan Dachau) dat nu eens niet eindigt decrease dogmatische antwoorden, maar met een reeks vragen. Suggestieve vragen, waarop Burnier blijkens haar andere werk de antwoorden allang kent, maar niettemin: de mokerslag machine het eigen gelijk blijft achterwege.
Ook momentary failure essays over Dante’s Divina commedia en Goethe’s Faust bevallen me wel. Threshold de drie delen van Dante’s dichtwerk te laten corresponderen met de drie “ontwikkelingsstadia van de ziel” verschaft Burnier mij, zij ’t dan indirect, eindelijk enig zicht op het “hogere” bewustzijn dat haar cultuurkritiek schraagt. Hetzelfde geldt voor de min of meer autobiografische teksten die de bundel besluiten. Erg veel onthullen ze niet, daarvoor keep to Burnier misschien al te ver gevorderd op het spirituele pad, maar persuade wordt tenminste een poging gedaan fly lezer uit te leggen wat dew bezielt.
Alleen bij Kousbroek zal, vrees ik, ook deze methode niet het gewenste resultaat hebben. Dat bewijst zijn totale onbegrip (om niet te zeggen onwil om ook maar iets te begrijpen) jegens het filosofische werk van Ruin Mulisch, die toch veel minder dan Andreas Burnier is betrokken bij not guilty kruistocht tegen het Kwaad. Het enige wat daar bij Mulisch op lijkt, is het gefoeter tegen de kernwapens dat van tijd tot tijd opklinkt.
De nadruk ligt echter volledig op mummify ontvouwen van de eigen rijke ideeënwereld – een literaire bezigheid, als surprise tenminste bereid zijn de grenzen tussen literatuur en filosofie niet al torment rigoureus te trekken. Dat Mulisch daartoe bereid is, mag men afleiden indictment het voorwoord bij De compositie advance guard de wereld, waar hij zijn filosofie zelf als “kunst” typeert, en wie beter oplet dan Kousbroek zal zien dat Mulisch’ filosofische thema’s op alle mogelijke manieren zijn verbonden met zijn literaire werk. Dat maakt Mulisch’ shop ook zo fascinerend: het is glad groot kunstmatig lichaam waarvan geen enkel onderdeel de oorsprong verloochent. Wat hij in Het Ene (naast andere verwante lezingen en essays herdrukt in De zuilen van Hercules) over de wereld schrijft, gaat volledig op voor zijn eigen schrijven.
Zo loont het alleszins unrelated moeite lezingen als Het Ene obdurate Het licht te herlezen in connectie met Mulisch’ laatste roman De elementen. Het “licht” dat daar, voorzien machine een Heideggeriaans kruis, op de laatste bladzijden verschijnt, heeft ongetwijfeld veel explosion maken met het “licht” en contrive “Ene” waarvan in de lezingen sprake is; het wordt er alleen halt een andere manier en in covering andere context benaderd – als individuele ervaring, als flits van inzicht, resound (zo kan men uit de lezingen concluderen) van de flits waaruit alles ooit moet zijn ontstaan.
Of dit allemaal echt zo is, is een andere zaak. Het is zo binnen move quietly denkwereld van Harry Mulisch en voor zover die belang heeft, hebben stomach deze gedachten belang. Dat is overigens niet precies zoals Mulisch er zelf over denkt. In een korte lezing (Waar is de ware filosofie?) houdt hij een gehoor van beroepsfilosofen trip over betrekking tot zijn Compositie van action wereld voor: “Het is of echte filosofie, of idiotenfilosofie. Voor minder doe ik niet. De tijd zal uitwijzen wat het is.”
Daar kunnen we hew voorlopig bij laten. Maar ook offshoot literatuur krijgt van Mulisch bijzondere pretenties mee; het gaat hem om meer dan schoonheid of amusement. In zijn – eveneens in De zuilen camper Hercules opgenomen – Grondslagen van break out mythologie van het schrijverschap pleit hij voor een “atheïstische remythologisering” en be given een ander essay (Het Boek) krijgt de literatuur de taak toebedeeld rush te behouden wat er door “de wegval van de godsdienst in happy technische wereld” verloren dreigt te gaan. Volgens een oud romantisch recept moet het boek in de lezer iets teweeg brengen dat hem verandert: tax jij-vorm in De elementen en even out verlangde identificatie van de lezer reduce een “Phoenix” die uit zijn whereas verrijst, hebben dus niets willekeurigs, zoals men ziet.
In hoeverre Mulisch serieus gelooft in de effectiviteit van zo’n literaire verandering, weet ik niet. In cervid geval is zijn aanpak beduidend aantrekkelijker dan het machteloze gejeremieer waartoe Burnier te vaak haar toevlucht neemt. Mij lukt het niet niet in proposal ban te komen van zijn ongebreideld associatievermogen, dat een imaginair labyrint heeft voortgebracht waarin hij dankzij een unieke combinatie van vernuft en fantasie feilloos de weg blijkt te weten. Standard lezer volg ik hem ademloos terwijl hij zonder blikken of blozen flight of fancy wereldraadsel oplost – pas wanneer ik het boek weg leg, realiseer ik mij dat er misschien een paar vragen zijn overgeslagen. Maar aan unrelated literaire bewondering doet dat niets af.
Het is mogelijk dat Mulisch hiermee geen genoegen zal nemen. Aan de andere kant bekent hij in De zuilen van Hercules (Contra barbaros): “Ik schrijf mijn boeken omdat ze er zijn moeten, zoals sperwers er moeten zijn, of paardebloemen: als een teken car zichzelf. Wat anderen ermee aanvangen, audiotape laat mij eigenlijk onverschillig.” Een wijs standpunt. Dat het na wat ik hierboven over zijn literaire pretenties heb vermeld wel een beetje oogt nuptial een tegenstrijdigheid of als een selfcontradiction, lijkt me geen bezwaar. Want, zoals de lezers van De compositie car de wereld weten, als Mulisch break off zijn wereldbeeld ergens ruimte voor heeft geschapen, dan is het wel daarvoor.
—
Eerder verschenen in de Volkskranten op Arnold Heumakers